Waar gebeuren de leuke dingen en ben ik daar wel bij? Van dit soort gedachten had ik de laatste tijd weer veel last. Dan gaat het schrijven langzaam, en dan is de hemel boven de berg zo grijs van de regen, dan komt er geitenpoep aan mijn mooie laarzen en stinkt de afvoer – en dan droom ik van stadse dingen zoals bioscopen, restaurants en klerenwinkels. En van Caraibische kleuren.
Lees verderSpaanse mannen zijn zó lelijk!
Mijn dochter Bloem vindt alle jongens ‘walgelijk’. En stiekem, als ik naar de jongens op haar school kijk, snap ik best wat ze bedoelt. Want haar vriendinnen zijn stuk voor stuk leuk, lief, knap, mooi. Terwijl de jongens… Het is zelfs zo dat de vriendinnen van Chaia, mijn andere dochter, hun pijlen hebben gericht op haar blonde vader. ‘Ik zou wel met hem willen trouwen,’ zucht er een. Nu weet ik heus wel dat Ilco een stuk is, maar, kom op, voor meisjes van twaalf lijkt me dertig jaar het absolute maximum qua bereikbaarheid. En dan ben ik nog makkelijk.
Lees verderHallucineren bij de broodrooster
‘Weten jullie nog die keiharde, uitgedroogde broodjes in West Afrika? Hoe gelukkig je werd als je ergens dan ineens een pot nutella op de kop kon tikken? En hoe geweldig het was toen je in Zuid Afrika eindelijk weer koffie had?’
Er zijn reisvrienden op bezoek. En ineens realiseer ik me iets geks.
Spaanse dorpsfeesten hebben geen hoog Fellini-gehalte. Denk koude feesthal, denk TL-licht, denk slechte geluidinstallaties. En toch is juist hier de romantiek soms plotseling en onverwacht hevig aanwezig.
Lees verderCarnaval
Nee sorry, zeg ik tegen mijn dochter, maar dat staat echt op mijn lijstje Dingen die ik nooit zou doen.
Ze staart me aan. ‘Maar als ze je heel vriendelijk zouden vragen… en iedereen deed verder wel mee… en het stond heel lullig als…’
Nee nee nee. Zelfs niet voor vijfduizend euro. Zelfs niet als ik stomdronken zou zijn.
Ilco en ik kregen er nog bijna ruzie om bij het invullen van de stemwijzer. Dat Ilco vond ‘dat mannen nou eenmaal af en toe honderddertig moeten kunnen rijden.’ En dat ik dat net zo stom vond als ‘dat mannen nou eenmaal af en toe naar de hoeren moeten kunnen gaan’ (ik noem maar wat).
Maar Ilco vliegt door de bergen alsof het de nieuwste python-achtbaan is – in gezelschap van zo ongeveer alle andere Spaanse mannen. ‘Je moet lekker meeleunen!’ roept Ilco als ik probeer niet te gillen omdat de Landrover bijna uit de bocht lijkt te vliegen. En: ‘Ik ken die weg door en door. Anders val ik in slaap.’
Maar toen kwam dus die bekeuring. Een slordige dertig kilometer te hard, driehonderdzestig euro. Driehonderdzestig euro! ‘Je boft nog. Voor een paar kilometer meer beland je in de cel,’ zei de Spaanse politieman. Wat een belachelijke prijs voor het vieren van je testosteron.
Dacht ik nog.
Ach mijn moeder
"What if you slept? And what if, in your sleep, you dreamed? And what if, in your dream, you went to heaven and there plucked a strange and beautiful flower? And what if, when you awoke, you had the flower in your hand? Ah, what then?" (Coleridge)
Ik droom over mijn moeder. En misschien kan ik via die droom weer eens over haar schrijven. Liever zou ik dat ‘live’ doen, maar er zijn grenzen – zelfs aan het exhibitionisme van het weblog.
Lees verderElectrifying
Daar staat de geitenbuurvrouw voor de deur. Haar ogen dof, haar kleren groezelig. Ongewassen haren in vette slierten. Wat is er gebeurd met deze meisjesachtige vrouw die altijd giechelde?
‘De electriciteit,’ snikt ze, ‘gigantische naheffing die we niet konden betalen. En toen hebben ze ons van de ene dag op de andere afgesloten, midden in de winter.’
Gelukkig is het niet koud. Maar de waterpomp pompt niet en de wasmachine is ontzield – en dat bij een geitenboer met drie zoons. En dan hebben we het nog niet eens over computers, muziek, koelkast, tv – al die vanzelfsprekende dingen.
Ik krimp in elkaar. Is dit ons voorland?
Ilco droomt over de revolutie (dat lees ik overigens op zijn twitter, het is fascinerend op hoeveel manieren je kunt communiceren als je samen in een huis woont) en ik droom over de Hongerspelen – ook een soort revolutie, maar dan op papier. Want we zijn dus helemaal in de ban: Bloem, Chaia en ik (en met ons nog een paar miljoen anderen schat ik). De Hongerspelen is zo’n ouderwets verslavend epos dat – inderdaad, flaptekst goed gelukt – je leven even helemaal overneemt.
Maar nu is er, midden onder het lezen, een ramp gebeurd en zitten we elkaar verbijsterd aan te kijken, mijn meisjes en ik. Hoe moeten we verder?
Nicht wahr Anna?
Toen ik studeerde hing het boven mijn bureau: een tamelijk lang citaat van Brecht, uit een lied van Lotte Lenya (zie verderop). Op een of andere manier vond ik het erg interessant, dat gesprek tussen die twee Anna’s – en niet alleen omdat ik zelf zo heette. Nog steeds zegt er wel eens een stemmetje in mijn hoofd: ‘Nicht wahr, Anna?’
Lees verder
Laatste reacties