Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Nightlife

I love the nightlife van Alicia Bridges zong maar steeds door mijn hoofd en dat maakte de nacht toch nog draaglijk.

En het was zo goed begonnen. Koffie in Utrecht, wijn in Rotterdam en een circusvoorstelling in Tilburg. Ja, het was wat veel maar de treinverbindingen sloten soepel op elkaar aan.
Totdat ze dat niet meer deden.

Wachten op de koppeling

De avond was zwoel, de voorstelling overrompelend. ‘Weet je,’ zei ik tegen J, ‘we pakken gewoon de laatste trein, dan kunnen we hier nog even bij het kampvuur napraten.’
Om 2315 vertrokken we naar het station. Cancelled, stond er op de borden, zonder enige toelichting. Wat volgde was een nachtelijke tocht door een OV-labyrint waarbij we steeds opnieuw op treinen stapten die ofwel richting Rotterdam ofwel richting Utrecht gingen. Een oneindige cirkel. Er waren treinen kapot, er er zaten Sprinters in de weg of goederentreinen of anders moesten we wel ‘wachten op de koppeling’, alle pech in NS-jargon kwam wel een keer voorbij. Waardoor we om 0315 met de nachtbus arriveerden bij Amsterdam Amstel waar onze fietsen stonden.
We gingen door fases van berusting, meligheid (J op Utrecht Centraal: ‘Ha kijk, daar komen de verse croissants uit de oven bij de Kiosk, laten we gaan ontbijten’), uitputting en chagrijn.
Maar ook: hoe dieper de nacht zich ontvouwde, hoe meer er te zien was. Het was ook het Amsterdam Dance Event en ik realiseerde me hoe lang het geleden was dat ik me zelf in het nachtleven had begeven. ’s Nachts leven de mensen intenser, waziger, hitsiger, maar ook meer open, je kunt de energie bijna opeten. Dat gebeurt allemaal terwijl wij ouwetjes normaliter liggen te slapen.

Waardoor ik mezelf, eindelijk thuis, niet eens helemaal voor de grap, hoorde vragen: ‘Of zullen we nog ergens gaan dansen?’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *