Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Napolitaanse nachten

Alles viel samen en alles viel stil.

Dat ervaart een zenboeddhist die eindelijk werkelijke stilte vindt.  Een non, diep in gebed.
Of Anna in Napels.

Napoli!

Het gebeurde op de bovenste verdieping van een oud palazzo. Geluiden door het open raam: werklieden die iets aan het timmeren en boren zijn. Kerkklokken. Iemand klooiend met de radio, if you leave me now. Sirenes. Constant geroezemoes van de smalle straatjes beneden. Een accordeon.
Door datzelfde raam: allemaal etensgeuren door elkaar, zonnebloemolie. Zon op oude stenen, hoe dat ruikt.
Zeebries op je blote armen. Ouderwetse katoenen lakens op het bed, van daaruit zicht op de vulkaan.
En je lief die Italiaaanse smartlappen draait en steeds espressootjes maakt in de ouderwetse keuken.
‘Maar wat deed je eigenlijk in Napels?’ vraagt het kind bij terugkomst. Dat dus.

Napoli! Waar J nogmaals op zijn knieën ging in een stil straatje onder de eeuwig wapperende was  ‘om het nog een keer te bevestigen.’
Waar ik mijn diepste claustrofobie trotseerde in de smalle ondergrondse stad die de stad erboven spiegelt, je kon je er alleen maar zijdelings verplaatsen. Pikdonker, alleen de lampjes van de telefoons om je te leiden, ondergronds water ruisend in de verte.
Napoli. Waar ik danste op straat toen we twee uur moesten wachten op een tafeltje in die leuke trattoria. Er was zoveel te zien bij dat wachten, zoveel te horen. En een lokale wijnbar ertegenover, wie doet je wat.
Napoli. Met al die ambachtelijke werkplaatsjes, waar J een schilderij kocht en een tas voor mij. Waar ik en passant een zilveren oorbel verloor, ergens, en ook een stukje van mijn hart.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *