Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Eigenlijk Assepoester

En pats daar valt weer een flesje worcestersaus op de grond.

Mijn huis, mijn brein, mijn uiterlijk… er heerst een soort semi-gecontroleerde rommel. J had het laatst over ‘jouw onnavolgbare agenda’: op papier dus, een soort wirwar van strepen en briefjes en pijlen. Maar ik vergeet nooit een afspraak. Wel ben ik verloren zonder die agenda.

Toddik

Zo is mijn brein ook en op dit moment is het overbelast dus het knarst en hapert. Ik ging toch… ik wilde toch… waarom klapte ik nu zo resoluut mijn laptop open… en mijn leesbril ben ik ieder uur best lang kwijt, binnen een straal van tien vierkante meter.
Mijn keukenkastjes wil je liever niet opendoen, soms vallen er pannen op mijn hoofd. Lang leve Paula, het Braziliaanse meisje dat af en toe komt poetsen voor me.
En dan mijn uiterlijk. ‘Je bent een toddik,’ zei mijn moeder al liefdevol. Vergeten Jiddisch woord voor iets Floddertje-achtigs. Ondanks de vele spiegels in mijn huis, ga ik regelmatig de deur uit met tandpasta op mijn kin of  mijn blouse scheef dichtgeknoopt. Zoveel dank aan J en de dochters die eraan gewend zijn geraakt om mij altijd even te checken. Laatst nog bij de nominatie-avond. ‘Kom eens hier, mam,’ zei Bloem lief bij de entree, ‘heb je echt geen lippenstift op je tanden?’
Vaak kan ik het goed verhullen. Vanavond is het Kinderboekenbal en reken maar dat ik er glamoureus uit zal zien op die rode loper. Glitterjurk, nieuwe laarzen (blarenpleisters in de tas), ik ga zelfs nog naar de kapper zometeen.

Maar na die kleine uurtjes zal je het toch wel gaan zien, vrees ik. Dat ik eigenlijk Assepoester ben.

 

Één reactie op “Eigenlijk Assepoester”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *