Dat herdenken is zo groot en zo breed, dat vond ik als kind al. Om het tastbaar te maken, denk ik dan meestal aan een specifieke persoon.
De mensen aan wie ik denk veranderen in filmachtige beelden.
Beelden
Daar is bijvoorbeeld mijn oudoom die stierf bij het werk aan de Birma Spoorlijn. Die heb ik nooit gekend, maar ik vergeet nooit de eenzaamheid die van zijn weduwe, mijn oudtante, af wasemde. Ik denk ook vaak aan Anne Frank die, sinds ik haar dagboek voor het eerst las, onder mijn huid is gekropen, ik heb daar al vaker over geschreven. Aan de depressies van mijn grootvader denk ik, soms ook aan de oude familievriend die zelfs de knallen op Oud en Nieuw niet verdroeg en elke nacht opnieuw gemarteld werd. Alle malen zal ik wenen.
Maar dit jaar is het in de war in mijn hoofd. Alles is beladen, alles is politiek. En de oorlog is overal, ik zie hem zo dichtbij, zelfs in de mensen om mij heen.
Wat ik zoek op deze dag is stilte, echte stilte. Juist niet om die vol te proppen met beelden, maar om dat grote afschuwelijke te voelen dat oorlog is. Want ja, ik denk dat dat moet: voelen. Huilen. Radeloosheid. Woordeloosheid.
Morgen is een dag van hoop en hoop is alles.
Vandaag hou ik mijn adem in.