Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Gemus

Ik leerde deze week een nieuw woord: gemus, je spreekt die g op zijn Engels uit.

Het woord is Aziatisch en het betekent zoiets als dat je een mens of een dier helemaal plat wilt knuffelen, bijna too much.

Cerebraal

Zoals met baby’s en jonge katjes en ook wel vanuit verliefdheid: dat je wel onder iemands huid wil kruipen, niet van de ander af kan blijven.
Soms wil ik het nog steeds met mijn dochters – maar dan probeer ik me in te houden, het zijn volwassen vrouwen die  hun eigen knuffelgrenzen aangeven. Maar ze zijn zeker niet anti-knuffelen, ook niet richting elkaar.
Met mijn eigen broertje en zusje knuffelde ik vroeger weinig, best gek eigenlijk. Mijn broertje wilde als peuter heel graag bij mij op schoot, maar dat vond ik vaak te veel gedoe. Eigenlijk, denk ik nu, was ik een behoorlijk cerebraal kind.
Gemus. Een ander aanraken, stevig vastpakken.
Hoe ouder ik werd, hoe vaker ik mijn armen spreidde, het ging eigenlijk steeds makkelijker. Ook bij mijn zus.
Ik kijk naar haar vandaag: een vrouw met een huis vol vlaggetjes, taart op tafel. Ze is jarig, mijn zus, ze straalt. Bijna elke week lukt het ons om even samen door het Oosterpark te lopen, we volgen elkaars dagelijkse levens, hebben inmiddels aan een half woord genoeg. Het was soms een pittig jaar voor haar, maar ze is er met open vizier in gegaan. En nu is ze jarig en de sterren staan goed, hoera!

Haar heerlijke lach klatert door de kamer en in mij borrelt iets waarvan ik nu dus weet dat het gemus heet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *