Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Trots

Op  het  land waar ik in woon, de stad met alle vlaggen.

Trots

Op de jongens met rokken in het straatbeeld en de roze gloed van alle festivals. Op de woeste drag maar ook op de gewoonheid van het beeld van twee jongens samen. Of twee meisjes. Of drie jongens. Of vier jongens en twee meisjes. Enzovoort. Trots op Dana. Op de (aanplak) zonen en dochters en al hun makkelijke inclusieve liefdes. Trots op Maarten, op Mara, op Ben. Op Esmée. Op allemaal. Op dat het fluïde mag. Omdat het natuurlijk fluïde is. Trots op kinderen van vrienden die specifiek hun gender onderzoeken. Trots op Lou. Op alle jongens die ik zie in de leeftijd van mijn boeken, maar vooral op de meiden die het zoveel meer ontspannen aanpakken dan wij indertijd: de liefde omarmen. Maar die tegelijkertijd zo verrukkelijk duidelijk zijn. Trots op hun trots.
Trots op dat het zo vaak geen issue is. Dat het soms zo weinig een issue is dat ik het vergeet. Daarop minstens zo trots. En als het dan toch ineens naar is, dat er dan een vangnet is, dat je hier niet, nooit, alleen hoeft te zijn.

Trots op de jongste dochter en haar vriendin die het zo leuk hebben samen. Trots op Dunya en Sophie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *