Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Donder

Het geluk komt als de donder.

Sommige lied- of boekteksten (in dit geval van Guus Kuijer) beitelen zich vast in je brein als was het je eigen vocabulaire.

Dromen

‘Nu blijf je als wij de deur uitgaan, weer alleen over met je katten,’ zei de oudste dochter laatst nog. Ik maak er niet bepaald een geheim van dat ik enorm moet wennen aan het samenwonen met me, myself & I. Vooral het naar bed gaan -de handeling van in je eentje alle lichtjes uitdoen, niemand om tegen te zeggen ‘Ik ga maar eens naar bed’, niemand om een nachtkus te geven of om, zoals bij een kind, een beetje over te waken – ik vind het lastig. En in mijn dromen ben ik voortdurend empty nestdrama aan het schoppen dus dat is ook niet echt iets om je op te verheugen.

Maar er is dus ook een andere kant. Gisteren liep ik ineens zo krankzinnig gelukkig te zijn op de Ceintuurbaan, inderdaad kwam het als de donder. Heel zintuigelijk, ik stond letterlijk te trillen op mijn benen. Om de heerlijke markt met de fijne kraampjes. En dat ik geld genoeg heb om daar dan ook fijne dingen te kopen. Dat kopje koffie bij de bakker dat de lekkerste koffie blijkt sinds tijden. Kelly die af en toe mijn huisje schoonmaakt voor me en dat ik ook dat kan betalen. Dat huisje dat VAN MIJ is, nog steeds iets ongelooflijks, zeker in deze tijden. Die drie dochters die zo liefdevol in mijn leven zijn, ieder op haar eigen manier. Dat ze zo goed gaan ook, inch’allah. Dat ikzelf zo goed ga, spannende boeken op komst en verhalen die zingen in mijn hoofd. Dat mijn lichaam het zo goed doet. Dat er een man in mijn leven is om tegenaan te kruipen als ik dat wil. Dat er weer kastanjes zijn, zomaar op de stoep bij het park.

Ssst. Don’t jinx it. Voel het.

 

Één reactie op “Donder”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *