Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan warme tranen (41)

Je hebt koude tranen en je hebt warme tranen.

Dat zei iemand in de krant. Ik bleef er een tijdje aan denken.

Veegwagentje

Ik zat op mijn werk en pal daarnaast sprong iemand van de toren. We zagen het goddank niet gebeuren, maar we zagen het wel meteen daarna. De grote glazen ramen van kantoor gaven goed zicht – net als bij vermoedelijk alle andere kantoren eromheen. Er waren rennende mensen, verwarring, en politie van alle kanten: te fiets, met auto’s en motoren. Een geschokt veegwagentje per ongeluk in het midden. Een ambulance die leeg weer wegreed. En er was dat figuurtje op de grond onder een wit lakentje. Er moesten agenten op de randen van dat lakentje gaan staan opdat het niet wegwaaide. Het was verschrikkelijk weer.
De collega’s en ik bleven maar naar het raam lopen. Dan keken we naar buiten, liepen weer weg… maar dan stapte er toch ineens iemand weer naar dat raam toe en binnen enkele seconden stonden we daar weer met een groepje. Het was niet omdat we er een lekker sensatiegevoel van kregen, integendeel. Wat is dat toch, dat kijken: een bezwering misschien dat dit jou niet is overkomen, dat jij – in ieder geval op dit moment- de dans ontspringt?
Het bleef het hele weekend een beetje bij me. Wie was deze persoon, wat had hem of haar gedreven, wist de familie het al? Deja vue naar dat ik een keer voorin de trein zat toen er een man…

Koude tranen. Volgens de man in de krant zijn dat boze tranen, harde tranen. Niet de warme tranen die te maken hebben met weemoed, verlangen, vreselijk maar liefdevol gemis.
Ik denk dat we op kantoor allemaal stiekem een beetje koude tranen huilden. Daar valt geen enkele ode aan te wijden.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *