Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Huisje

Er valt een brief op de mat. Zomaar ineens is ons huisje officieel een monument geworden.

In de brief staat dat het huis in 1919 gebouwd is, door de gebroeders Baanders. Die twee ontwierpen ook het blauwe theehuis in het Vondelpark en het Amsterdams Lyceum, zie ik op internet. Dat is de school van mijn middelste dochter! Raar dat we zoveel te maken hebben met deze twee onbekende mannen, dat ze honderd jaar geleden zo’n belangrijk deel van onze huidige leefruimte creëerden

Volendam

Ons huis is typisch Noord-Hollands, staat in de brief. ‘Marken, Volendam…’ zegt Ilco. Ja, het is geen hip Rietveldgebouwtje. Maar het is wel het huis der huizen waar we in wonen, het huis van elke kindertekening, met zijn rood-witte luiken en echt puntdak. Het snoephuisje uit ieder sprookje en dat op zo’n bizarre vrijplaats in hartje Amsterdam. En dus met uitzicht op de hele wereld.
Ja, ik weet dat we het ‘maar’ te leen hebben, voor een beperkte tijd, en ook dat je zo’n huisje als dit altijd een beetje deelt met anderen. Maar toch.
Je ziet het vanuit de trein, vanaf de boot, vanuit de IJburgtram, vanaf de brug naar Oost. Ik moet altijd even kijken of het er nog staat. Ja! En dat je dan aan komt fietsen en de weg stopt. Het water klotst voor je, de lichtjes van de stad, de lucht met wolken. Vooral in het donker en als het koud is en een beetje regent. Meestal houd ik de gordijnen op een kier, dan schijnen de kaarsen en de lichtjes zo lampionachtig naar buiten. Where my thought’s escaping, where my music’s playing… Ik smijt mijn fiets neer en begin nog net niet te hollen. Onze veilige haven, mijn lief dapper monumentje tegen alles wat groot, boos en vergankelijk is.

Één reactie op “Huisje”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *