Met één handtekening zijn we officieel inwoner van Montefrio. Dunya trakteert ‘van mijn eigen geld’ op een ijsje. Het stadje voelt vertrouwt en Ilco is alweer vrienden met de winkeliers. Maar voelen we ons al echt Spaans? Welnee.
Om te beginnen komen de klusjesmannen allemaal uit Yorkshire. Daarom is het nu al een tijdje alsof we in een Roald Dahlverhaal zijn beland, waarbij iedereen de hele tijd ‘Lov’ly’ zegt en ‘That ain’t no problem, mate’. Bij Roald Dahl vinden die mannen dan een schat of een lijk tussen de muren van de oude cottage, wij vinden alleen maar stof en poezen.
En dan is er ook nog Frank de Belg die de buitenmuren komt helpen schilderen. ‘Die boom voor jullie huis is een mispel,’ weet hij te vertellen, ‘en daarnaast staat een moerbei.’
Een mispel en een moerbei. Zulke mooie oud-Hollandse woorden! Ik word al zo’n echte emigrant die alleen nog maar aan Nederland kan denken in toeristische clichés. Weilanden. Koeien. Bloemenstalletjes. En de mispel en de moerbei.
Ibbeltjes
Ilco’s vriend Han komt een paar dagen en zet van alles in elkaar. Alsof er een altijd-vrolijke tornado door je huis gaat. Bedden, kasten. Mijn boekenplanken! Bloem, Chaia en Dunya gaan meteen met mijn collectie kinderboeken aan de haal. Het lijken wel de Ibbeltjes van Annie MG Schmidt. Eén in de hangmat, één op het luchtbed in het zwembad, één onder de druivenranken. Allemaal met een boek. En Dunya altijd bloot, want het weer is nu zo mooi. En de avonden zo zwoel, het lijkt Afrika wel. Oké, je hoort geen leeuwen brullen, maar er gilt soms een verdwaalde pauw in de verte. Ook leuk. En op de muur een gekko.
Zelf heb ik nog bijna geen boek gelezen en Ilco ook niet. We soppen en boenen en vegen al het stof weg en zetten potten koffie voor de mannen uit Yorkshire. Ilco de hele dag door met een boor in de hand, ik met een verfkwast. Ik verf de oude luikjes blauw. En de deur. En de kozijnen. En de stoeltjes. Alles blauw.
Al twee keer is mij een baan als juf op de school aangeboden. Dat zou nog eens een goede kans zijn om in te burgeren en echt Montefriaan te worden.
Maar nee, ik doe het lekker niet. Ik verf. En ondertussen denk ik na over alle verhalen die ik aan het schrijven ben (in juli komt de volgende Isabel Snoek uit!). Over alle gasten die in deze frisgeverfde stoeltjes zullen zitten. Mijn lieve moesje, mijn zus. Ik denk na over de flamencohoek die we willen inrichten met bloemen en stippels (dat Spaanse cliché bestaat ook echt). En over de mispel en de moerbei.
Met één handtekening zijn we officieel inwoner van Montefrio. Dunya trakteert ‘van mijn eigen geld’ op een ijsje. Het stadje voelt vertrouwt en Ilco is alweer vrienden met de winkeliers. Maar voelen we ons al echt Spaans? Welnee.
Om te beginnen komen de klusjesmannen allemaal uit Yorkshire. Daarom is het nu al een tijdje alsof we in een Roald Dahlverhaal zijn beland, waarbij iedereen de hele tijd ‘Lov’ly’ zegt en ‘That ain’t no problem, mate’. Bij Roald Dahl vinden die mannen dan een schat of een lijk tussen de muren van de oude cottage, wij vinden alleen maar stof en poezen.
En dan is er ook nog Frank de Belg die de buitenmuren komt helpen schilderen. ‘Die boom voor jullie huis is een mispel,’ weet hij te vertellen, ‘en daarnaast staat een moerbei.’
Een mispel en een moerbei. Zulke mooie oud-Hollandse woorden! Ik word al zo’n echte emigrant die alleen nog maar aan Nederland kan denken in toeristische clichés. Weilanden. Koeien. Bloemenstalletjes. En de mispel en de moerbei.
Hard werken voor Han
Heel erg bedankt en tot snel!